Dit weekend is het weer zo ver: de wintertijd gaat in. In de nacht van zaterdag op zondag gaat de klok van 3.00 uur terug naar 2.00 uur. Hierdoor kunnen we een uurtje langer slapen. Wat minder lekker is is dat het ‘s avonds weer zo vroeg donker is! De “wintertijd” is eigenlijk de gewone tijd en duurt weer vijf lange, lange maanden.
De wintertijd is eigenlijk de originele tijd. De zomertijd is ooit bedacht om energie te besparen en omdat het prettiger zou zijn voor ons dagritme. Maar werkt het wel echt zo? Het antwoord luidt: dat weten we nog niet precies. Althans, dat meldt de Rijksoverheid. Toch wordt er elk jaar harder geroepen om de zomer- en wintertijd af te schaffen. De verschuivingen in ons ritme zorgen bij veel mensen namelijk voor slaapproblemen. Ach, over 158 nachtjes slapen is het al weer zomertijd! Waar maken we ons eigenlijk druk over.
Zomertijd officieel sinds WO1
De zomertijd werd officieel ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Dit deed het congres van de Verenigde Staten. Zij voerden namelijk op 19 maart in 1918 verschillende tijdzones in, die de spoorwegen in dat land al sinds 1883 gebruikten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef men ook gebruik maken van de zomertijd, maar was het vrede? Dan werd de zomertijd afgeschaft. Iets meer dan twee decennia later kwam het gebruik van zomertijd weer ten sprake. Om precies te zijn tijdens de oliecrisis in 1973. Tijdens deze crisis werd er massaal opgeroepen om energie te besparen. Een van de meest doeltreffende maatregelen (dacht men toen) was het wederom toepassen van de zomertijd. In 1974 werd in Spanje en Albanië de zomertijd opnieuw ingevoerd, Griekenland en Cyprus volgden in 1975 en Frankrijk in 1976. Nederland, Portugal, België, Polen en Luxemburg voerden de zomertijd een jaar later, in 1977, weer in.
Een handig ezelsbruggetje om te onthouden wanneer de klok vooruit gezet moet worden: In het Voorjaar de klok Vooruit zetten. Dat betekent automatisch dat de klok in het najaar een uur terug gezet moet worden.