6 december 2015. Ruinerwold speelt een schitterende, maar zware wedstrijd in Westerbork. Tegenstander is VKW, één van de titelkandidaten in de zondag Tweede Klasse K. Ruinerwold kan elk punt goed gebruiken en vecht voor wat het waard is. Rik de Wit staat op spits Anjo Willems. Volgens trainer Hoekstra is Willems een technische speler. In realiteit blijkt hij technisch, snel, sterk en handig.

Alle spelers van VKW blijken eigenlijk nogal goed te zijn en het tempo in de wedstrijd ligt dan ook hoog. Hierdoor valt het op dat er te midden van alle rennende spelers plotseling iemand stil op het veld zit. Het is de nummer 4 van Ruinerwold, Mark De Leeuw. Zoals de etiquette voorschrijft wordt de bal over de zijlijn gespeeld, zodat De Leeuw verzorging kan krijgen. Ernstig ziet het er niet uit en tijdens de blessurebehandeling drinkt De Leeuw nog wat uit een bidon. Even bijtanken lijkt het, want het belooft een slopende slotfase te worden. Na de korte blessurebehandeling komt De Leeuw weer in de benen, maar kan niet verder. Hij loopt naar de kant, niet wetende dat hij bezig is met zijn laatste officiële meters als speler van Ruinerwold 1.

Ruinerwold speelt uiteindelijk met 3-3 gelijk in Westerbork, maar zoals elke geblesseerde speler zit Mark met de gedachten bij zijn fysieke toestand. Ook na de wedstrijd voelt de knie namelijk niet goed aan en een medisch bezoek verder blijkt het zelfs helemaal mis. De voorste kruisband blijkt deels te zijn ingescheurd en dan weet je als voetballer dat je al snel minimaal een paar maanden langs de kant staat. Ook na deze eerste diagnose zal De Leeuw nog niet aan een afscheid hebben gedacht, want voetbal gaat nu eenmaal gepaard met blessures. Een periode van revalidatie vangt aan en dat is aan De Leeuw wel besteed. Waar andere voetballers zich het veld op moeten slep
en voor een ‘rondje lopen’ of ‘even gaan fietsen’, beult De Leeuw zichzelf zoveel mogelijk af. De revalidatie verloopt dan ook voorspoedig en na een paar maanden krijgt hij te horen dat het herstel dermate goed verloopt, dat hij alweer mee mag doen met het positiespel. Zich weer geheel voetballer voelend stapt Mark het trainingsveld op, maar de comeback is maar van korte duur. Al snel gaat het weer mis en ditmaal scheurt de voorste kruisband in zijn geheel af. Aangeslagen, maar strijdlustig, wordt opnieuw het revalidatietraject aangevangen. Ook dit gaat goed en Mark geeft meerdere malen per week vol gas. Hij lijkt zichtbaar te genieten van de progressie die wekelijks wordt geboekt en andere geblesseerde spelers worden niet altijd even vrolijk als ze ‘samen’ met hem, of beter gezegd achter Mark aanlopend, revalideren. Mark is vol goede moed en kan soms spelen met zijn krachten. Doordat hij geregeld een ‘mede-revalidant’ achter zich hoort hijgen tijdens een tempoloop, ontwikkelt hij de sadistische gewoonte om bij ieder keerpunt even extra aan te zetten. ‘Mooi joh’, aldus De Leeuw.

Een seizoen gaat voorbij en daarmee is ook het tweede revalidatietraject afgerond. In de voorbereiding van het seizoen 2017/2018 sluit De Leeuw dan ook weer aan met de groep, in de veronderstelling weer een jaargang op het middenveld te spelen. Het loopt echter anders. De knie voelt niet echt als vanouds en het vertrouwen ontbreekt volledig. Wenden, keren, duels, incasseren, uitdelen en dat met het vooruitzicht op slechte velden; het voelt niet meer vertrouwd aan. Het fysieke spel wat jarenlang een wapen is geweest wordt overmand door twijfel. Na een korte periode van twijfel en overpeinzingen komt De Leeuw tot een pijnlijk maar onvermijdelijk besluit: ‘Ik stop.’

En zo kwam het dus tot een abrupt einde. Een mooie carrière als actief voetballer wordt afgesloten, één die een even mooie start kende. Mark is vrij klein, maar toen hij in de F-jes voor het eerst het veld opstapte was hij werkelijk nog veel kleiner. Klein en daarmee al snel onderschat door tegenstanders. Onterecht, want De Leeuw blijkt al snel een uitstekende voetballer. Multifunctioneel, maar toch vooral op het middenveld acterend, doorloopt Mark de pupillen in een schitterende lichting. Niet alleen Mark getuigt van kwaliteit, maar ook teamgenoten zoals de ongrijpbare gebroeders Schalen, die elkaar voor de wedstrijd altijd half in elkaar trapten, en Martin van ’t Ende laten wekelijks mooie dingen zien. Een overwinning met 25 doelpunten verschil wordt zelfs een keer genoteerd, waarbij De Leeuw vanzelfsprekend een gedeelte van de treffers voor zijn rekening neemt. Eenmaal in de junioren schuift De Leeuw met name tussen de achterste en middelste linie en speelt bij uitzondering in de voorhoede. Eenmaal in de B’s wordt het ook buiten het veld een gezellige boel, want de B-junioren van Ruinerwold gaan op wintersport naar Sauerland. Een aantal vrolijke begeleiders stellen zich beschikbaar, waaronder Henri Spijkerman, Harald Doggen en Jan Allard Benak. Mark houdt in die tijd al van een geintje, en dan voornamelijk het geintje oneindig doorzetten, iets waarvan J.A. Benak bij aanvang van de heenreis totaal niet op de hoogte is. De arme man stemt met gerust hart in wanneer Mark zich aandient als reisgenoot in diens auto richting Duitsland. Het wordt een hele lange reis voor meneer Benak, die al bij het verlaten van de parkeerplaats door Mark met ‘Been-ak’ wordt aangesproken. Vele mentaal gekwelde uren verder wordt eindelijk Duitsland bereikt en na een geslaagd lang weekend skieën is Benak, of Been-ak, duidelijk bij aanvang van de terugreis: ‘Geen De Leeuw meer in mijn auto’.

Het verblijf van Mark in de B’s is vrij kort, want na één jaar schuift hij al door naar de A-junioren. Ook daar is hij op jonge leeftijd al geregeld één van de uitblinkers. Ondertussen levert Ruinerwold 1 in het seizoen 2003/2004 een historische prestatatie door te promoveren naar de Tweede Klasse. Een Tweede Klasse waarboven destijds alleen de Eerste Klasse en de Hoofdklasse zijn te noteren. Mark moet toen al eens om zich heen hebben gekeken in zijn elftal en vervolgens met een schuin oog naar het eerste elftal. Al snel moet hij zichzelf de vraag hebben gesteld wie er in de A’s nou echt aanzienlijk beter is dan hij. Nou, dat zijn er niet veel. Daardoor is het helemaal niet zo gek, maar alsnog uitzonderlijk, dat hoofdtrainer André Baas in maart 2005 besluit een beroep te doen op Mark. Ruinerwold heeft het op dat moment flink zwaar in de Tweede Klasse en kampt ook nog eens met personele problemen. Het elftal heeft de nodige blessures, middenvelder Jesper De Wit is geschorst en de schwung van de vorige jaargang is aan het vervagen. Het uitduel met directe concurrent Leeuwarden staat echter voor de boeg en dus zou vers bloed nog weleens een goede impuls kunnen zijn. Na een kort overleg met de staf besluit André Baas het aan te durven en zet Mark als basisspeler op papier. De trainer heeft het goed gezien, want Mark blinkt uit en Ruinerwold wint met 1-0 in Leeuwarden. Eddy De Wit, de eerst leider van Mark in de senioren, memoreert: ‘De fanatieke aanhang van Leeuwarden wilde Mark graag kopen, maar daar heeft zijn mentor Jan Feye Zwiers toen een stokje voor gestoken.’

Op je zeventiende in het eerste elftal op een hoog niveau spelen is natuurlijk één groot feest. Onbevangen speelt Mark zijn wedstrijden en kan geregeld op lovende kritieken rekenen van omstanders en media. Als team vergaat het Ruinerwold uiteindelijk toch niet zo goed. Degradatie wordt al vlot onafwendbaar en dus speelt Ruinerwold in het seizoen 2005/2006 weer in de Derde Klasse. Ook geen misselijk niveau en al snel blijkt dat een gedegradeerd team een klasse lager niet ‘zomaar’ weer meespeelt. Ruinerwold speelt onder leiding van Jan Derk Brandsma, die met zijn vocabulair tijdens de eerste wedstrijdbespreking op vraagtekens van De Leeuw kan rekenen. Eddy De Wit: “Jan Derk gaf tijdens de wedstrijdbespreking aan dat ‘de eerste klap een daalder waard is.’ Mark bleef het antwoord schuldig, hij had er nog nooit van gehoord.” Dat hij de concrete handelingswijze van het spreekwoord wel degelijk verstaat bewijst De Leeuw nog dezelfde middag, want Gorredijk wordt op Fries terrein met 3-2 verslagen.

Ruinerwold heeft het onder hoofdtrainer Jan Derk Brandsma zwaar, maar handhaaft zich. Ondertussen stromen veel jonge spelers in en Ruinerwold krijgt een zeer jeugdig imago. Goed, talentvol, maar jong. Een nieuw seizoen in de Derde Klasse gaat van start en Brandsma is ambitieus: ‘Ik wil eigenlijk dit seizoen een periodetitel winnen’. Dat ambities en realisme soms verder uit elkaar liggen dan gedacht, wordt al vrij snel duidelijk. Ruinerwold heeft het zwaar, vecht zich terug, maar op de laatste speeldag van het seizoen, thuis tegen Steenwijkerwold, gaat het mis. Ruinerwold staat tegen een lamlendig Steenwijkerwold met 2-0 voor, maar maakt één doelpunt te weinig om een extra beslissingswedstrijd af te dwingen en komt twee doelpunten tekort om zich rechtstreeks te handhaven. Hierdoor speelt Ruinerwold nacompetitie, waarin het in drie wedstrijden niet meer tot scoren komt en uiteindelijk op sportpark Skoatterwâld tegen ONB degradeert. Het is ook direct de laatste wedstrijd onder Brandsma en Ruinerwold mag zich klaar gaan maken voor de Vierde Klasse.

Ruinerwold start het seizoen 2007/2008 dus een klasse lager en Henrie Rijke wordt trainer. Ruinerwold heeft een talentvol team, speelt soms geweldig, maar oogt ook geregeld stuurloos. Rijke blijft drie jaar lang trainer, maar een groot succes wordt het niet. Mark heeft zijn meningsverschillen met de trainer, maar staat desalniettemin bijna altijd in de basis. Ook voor speciale taken is hij te leen, zo speelt hij eens een wedstrijd speciaal op rechtsback om de ongrijpbare Ruud Jalvingh van ZBC af te stoppen. Veel doelpunten maken doet Mark niet, wat ook logisch is gezien zijn positie, meestal rechts of centraal op het middenveld. Mooi scoren doet hij echter wel in Zeijen. Een kanonskogel in de kruizing zorgt voor een flinke aanslag in het budget van de materiaalman van SVZ. De beste man verzocht Jan Klaas Huiskes om de netten dan maar te vervangen, maar kreeg van Huskey nul op rekest. Ook lelijk een doelpunt maken is Mark niet vreemd. In het seizoen 2008/2009 haalt Mark tegen KSC uit met links en de verhalen in Schoonoord gaan dat deze bal nog steeds bezig is om zijn reis richting doellijn te voltooien. Mark Brinkman heeft dan ook nog altijd de mogelijkheid het laatste zetje te geven.

In het laatste seizoen onder Rijke promoveert Ruinerwold tegen het onverslaanbaar geachte MOVV, hetgeen enigszins overdreven is. Een terugkeer in de Derde Klasse is een feit en Gerard De Lange wordt de nieuwe hoofdtrainer. Ruinerwold begint het seizoen geweldig en Mark maakt weer deel uit van het middenveld. Naarmate het seizoen vordert zakt Ruinerwold weliswaar weg, maar de stijgende lijn is duidelijk weer ingezet. Een seizoen later doet Ruinerwold zelfs weer mee aan de nacompetitie voor promotie naar de Tweede Klasse, waarin Sint Annaparochie helaas te sterk blijkt. Gerard De Lange stopt er na twee jaar mee bij Ruinerwold en Wilco Niemer komt. Zoals eerder verteld zorgt Niemer voor een enorme kwaliteitsimpuls. Als trainer met veel knowhow en een visie en met een aantal welkome versterkingen uit Meppel. Niemer lijkt ook het maximale uit De Leeuw te halen en te prikkelen. Niemand is zeker van een plek, iedereen moet aan de bak. Dat het onder Niemer goed zal gaan wordt al snel duidelijk, maar richting het einde van het seizoen staat Ruinerwold zelfs op een tweede plek. Doordat directe concurrent Dwingeloo in het voorlaatste duel wordt verslagen – had Mark ooit nog eens willen vertrekken bij Ruinerwold, dan was dat vast niet richting Dwingeloo geworden en anders had Jesper De Wit ‘m wel tegengehouden – wordt Ruinerwold zowaar kampioen. Een geweldig succes, waar Mark als ‘nummer 6’ een belangrijke bijdrage in levert.

Niemer besluit nog twee jaar bij Ruinerwold te blijven en Mark blijft zich goed voelen onder diens leiding. In het seizoen 2014/2015 is De Leeuw op zijn best en wordt zelfs gekroond tot ‘Speler van het Jaar’. Zijn bijnaam is door de jaren heen ‘Melk’ geworden en in deze periode is hij dan ook met recht ‘De witte motor’. Aan al het moois komt echter een einde en Niemer is naar drie jaar Ruinerwold toe aan een stap hogerop. Hij vertrekt naar De Weide en Gert Jan Hoekstra komt voor aanvang van het seizoen 2015/2016 naar Ruinerwold. Inmiddels is de selectie kwalitatief enigszins uitgedund en krijgt Ruinerwold het zwaar in de Tweede Klasse. De verbetenheid, winnaarsmentaliteit en duelkracht van De Leeuw zijn dan ook hard nodig. Al strijdend weet Ruinerwold zich het gehele seizoen ternauwernood boven de degradatiestreep te houden, waar Mark op het middenveld een belangrijke bijdrag in heeft. Ruinerwold weet zich uiteindelijk via de nacompetitie te handhaven, maar als speler maakt Mark dat al niet meer mee. Het moest dus schijnbaar op 6 december 2015 eindigen op een koud en winderig veld in Westerbork, in plaats van pakweg 6 á 7 jaar later. Oneerlijk, maar ook dat is voetbal.

Gelukkig is het mooie aan Mark is dat hij al zijn hele leven nauw is betrokken bij VV Ruinerwold. Als speler, stamgast in de kantine, maar ook met een jarenlang verleden als fanatiek trainer. Het is dan ook tekenend voor zijn betrokkenheid dat hij het laatste, geblesseerde, anderhalf seizoen vrijwel altijd aanwezig is geweest. Weer of geen weer, in de zomerjas en paarse oren stond Mark bij een gevoelstemperatuur van -10 graden Celcius op de zondagmiddag langs de lijn. Ook de uitwedstrijden is hij erbij, hoewel de bus menig keer door Freddy (en de klaverjassers) moest worden tegengehouden doordat Mark weer eens te laat kwam. Soms kwam hij ook helemaal niet opdagen. Dan bleek echter dat hij al op de fiets zat om richting tegenstander af te reizen..

Hoewel voetballen er dus niet meer in zit, zijn fietsen en hardlopen eigenlijk door het noodlot een passie geworden. Inmiddels loopt De Leeuw hardloopwedstrijden als een ware Wilson Kipsang en ik schat in dat fietswedstrijden ook tot de serieuze opties behoren. Verloren voor de voetbal gaat hij ook dit seizoen niet, want hij zal gedeeltelijk de rol van leider van de eerste selectie vertolken. Deze functie vervult hij mede in samenwerking met de man die ooit zijn eerste leider bij de eerste selectie was: Eddy De Wit. Daarmee is de cirkel dus eigenlijk toch weer rond.